Na de impact van Corona op ons leven en in tijden van thuiswerk, computer, internet en online-gaming ervaren veel mensen belemmeringen om te bewegen en hebben behoefte aan laagdrempelig aanbod. Bij Raja Psychologie vinden we beweging belangrijk. Juist door beweging kunnen wij hoofd en lichaam met mekaar verbinden. Dat doen we middels Yogatherapie, Kunstzinnige Therapie, Bewegingstherapie en Lichaamsgerichte Therapie. Soms is praten namelijk niet voldoende of vind je niet de juiste woorden of is het zo pijnlijk dat er geen woorden voor zijn. We willen weten wat jouw lichaam jou te vertellen heeft. Het lichaam is namelijk slimmer dan je denkt en gaat signalen geven over hoe jij je voelt, gaat spanning vasthouden of verkrampen.
Er is veel wetenschappelijk bewijs dat sport en bewegen goed zijn voor onze gezondheid. De nadruk ligt hierbij meestal op de fysieke uitkomsten, maar er is bewijs voor positieve intellectuele, emotionele, persoonlijke, sociale en financiële effecten. Een goed voorbeeld is het effect op een beter sociaal netwerk en minder eenzaamheid door bewegen in groepsverband. Verder kan bijvoorbeeld ‘financiële waarde’ belangrijk zijn: recentelijk is veel in het nieuws geweest dat armoede sterk verband houdt met een grotere zorgvraag. Voldoende bewegen verlaagt het risico op ernstige chronische aandoeningen en daardoor logischerwijs het risico op arbeidsongeschiktheid en een laag inkomen. Bovendien ontwikkelen kinderen en volwassenen kwaliteiten in de sport, zoals discipline, timemanagement en besluitvaardigheid, die bijdragen aan het vermogen om vaker voldoende inkomen te verwerven.
Ondanks dat het bewijs naar mentale effecten nog niet zo goed is ingebed als de fysieke effecten, is er veel bewijs dat sport en bewegen samenhangen met verschillende aspecten van mentaal welbevinden:
Zelfvertrouwen
Zelfvertrouwen is een belangrijke factor om lekker in je vel te zitten. De effecten van beweging blijken het grootst op het domein (fysieke) eigenwaarde, dus op het gevoel van iemand hoeveel hij of zij zelf waard is los van de mening van anderen.
Dit komt doordat je nieuwe vaardigheden leert tijdens sporten en bewegen en daarbij meer gevoel van controle krijgt. Deze nieuwe vaardigheden, en het toegenomen gevoel van controle, leiden tot veranderingen in fysieke eigenwaarde, wat weer effect heeft op het algemene zelfvertrouwen.
Naast dat verhoogd zelfvertrouwen een effect is, kan het ook dienen als motivatie. Zo blijkt dat mensen met een hoge mate van zelfvertrouwen en eigenwaarde ten opzichte van sport en bewegen eerder actief zijn. Dit komt omdat sport en bewegen het gevoel van eigenwaarde kan bevestigen en vergroten. Dit geeft aan dat sport en bewegen en zelfvertrouwen elkaar kunnen versterken.
Gemoedstoestand en emoties
Sport en bewegen zorgen voor positieve veranderingen in gemoedstoestand en emoties. Daarnaast blijkt dat mensen die regelmatig sporten en bewegen minder angstige en depressieve symptomen ervaren.
Deze positieve effecten zijn belangrijk voor het volhouden van de activiteit. De emotie die iemand ervaart is namelijk een belangrijke voorspeller of iemand de activiteit op de lange termijn volhoudt.
Plezier
Beweging kan positieve emoties opleveren, zoals ‘plezier’ en ‘je goed voelen’. Plezier is een belangrijk onderdeel van motivatie. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het ervaren van plezier de belangrijkste reden is voor deelname aan sport, zowel bij volwassenen als kinderen. Je ervaart plezierige emoties doordat neurotransmitters zoals endorfines en serotonines in je lichaam toenemen. Endorfines gaan de pijnprikkels in je lichaam tegen en geven een plezierig gevoel. Serotonine speelt ook een rol bij pijnprikkels en heeft invloed op onder andere geheugen, stemming en zelfvertrouwen. Daarnaast is algemeen bekend dat sport en bewegen door sociale interactie, sociale steun en samen bewegen ook het mentale welbevinden een boost kunnen geven.
Vermoeid gevoel en slaap
Regelmatig sporten en bewegen zorgt ervoor dat mensen minder vaak geen energie hebben of zich vermoeid voelen. Daarnaast vallen mensen sneller in slaap en slapen ze langer en dieper. Verschillende mechanismen zorgen voor deze effecten. Allereerst krijgt je brein een signaal dat er herstelbehoefte is, door het bewegen is namelijk kleine schade in de spieren ontstaan. Lichamelijk herstel vindt plaats in de diepe slaap, als gevolg van dit signaal slaap je dus dieper.
Daarnaast komen de stoffen adenosine en serotonine vrij bij een klein uurtje bewegen. Adenosine is verantwoordelijk voor je slaapdruk: de onbewuste biologische reactie in het lichaam die ervoor zorgt dat je wil slapen. Serotonine is een bouwstof van melatonine, wat een rol speelt bij ons slaap-waakritme. Het zorgt ervoor dat we slaperig worden als het donker wordt.
Cognitie
Sport en bewegen hebben een positief effect op cognitie, voornamelijk bij jeugd en ouderen mensen. Bij cognitief functioneren gaat het om de mentale processen die dagelijks nodig zijn bij moeilijke processen, zoals probleemoplossend vermogen. Andere functies zijn aandacht, geheugen, het leren van nieuwe dingen en besluitvorming.
Jeugd
Verschillende onderzoeken laten zien dat sport en bewegen geassocieerd is met een beter cognitief functioneren en academische uitkomsten bij jonge kinderen. Bij bewegen stroomt er meer bloed door het hele lichaam. Er gaat dus ook meer bloed naar de hersenen, wat de werking en ontwikkeling van de hersenen stimuleert. Dit draagt bij aan concentratie, leren, creativiteit, probleemoplossend vermogen en het geheugen.
Volwassenen en ouderen
Sport en bewegen hebben een positief effect op het tegengaan of zelfs voorkomen van cognitieve achteruitgang bij volwassenen en ouderen. Voor volwassenen geldt dat beter cognitief functioneren kan helpen bij het functioneren op het werk.
Daarnaast laat onderzoek zien dat fysieke activiteit bij ouderen samenhangt met beter cognitief functioneren, specifiek voor moeilijke cognitieve taken (geheugen, uitvoerende functies). Daarnaast is er onderzoek dat laat zien dat hoge niveaus van fysieke activiteit samenhangen met een lagere kans op cognitieve achteruitgang en zelfs dementie.
Stressregulatie
Bij stress geeft je lichaam stresshormonen af. Sport en bewegen dragen ertoe bij dat de stresshormonen en -gevoelens die we ervaren geleidelijk worden afgevoerd. Dit zorgt ervoor dat we herstellen van de stressvolle situatie en in de toekomst beter kunnen omgaan met nieuwe stressprikkels. Bewegen we niet na het ervaren van stress, dan kan dit dus zorgen voor een disbalans bij nieuwe stress: de nieuwe prikkel komt als het ware bovenop de nog niet afgevoerde stress.
Als je stress ervaart, kun je het best op matig intensief niveau bewegen (zoals fietsen of stevig wandelen) omdat dat zorgt voor een herstelproces. Een te intensieve inspanning kan zorgen voor een extra stressprikkel waardoor je juist nog meer stresshormonen aanmaakt.
Breng zelf beweging in je leven:
Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning (zie volgende paragraaf), verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.
En: voorkom dat je veel stilzit.
Matige lichamelijke activiteit betreft activiteiten met een intensiteit die wat moeite kost, maar waarbij praten mogelijk blijft.
Bewegen is goed, meer bewegen is beter!
Ondanks dat het bewijs naar de effecten van sport en bewegen op mentale gezondheid nog niet zo goed is ingebed als de fysieke effecten, is er toch veel bewijs dat sport en bewegen samenhangt met meerdere positieve aspecten van mentale gezondheid. Wederom bevestiging dat beweging in je dag brengen belangrijk is om je mentaal goed te voelen.
Elke beweging telt!
Lees meer:
https://huisarts.bsl.nl/bewegen-een-medicijn-voor-veel-aandoeningen/